De fabriek van muziekinstrumenten Melchior De Vries werd opgericht rond 1838. In 1841 was Melchior De Vries één van de acht instrumentenbouwers die deelnamen aan de Nijverheidstentoonstelling te Brussel. Hier werd hem een “Médaille de Bronze de 2ème classe” toegekend voor vijf koperen blaasinstrumenten, te weten een tenortrombone, een kleptrompet, een basophicliéïde, een cornet-à-pistons en een trompet “à machines”. Uit een advertentie van 1890 blijkt dat in het atelier “herstellingen van allen aard aan instrumenten van alle herkomst” worden uitgevoerd. Op 9 mei 1900 werd door Melchior De Vries een vraag ingediend bij de stad Lier om een werkhuis voor instrumentenmakerij en eene smis in zijn nieuwe woning, gelegen Vaartlaan (huidige Baron Opsomerlaan)nr 14 op te richten. In het atelier werden, naast koperen, ook houten blaasinstrumenten en slagwerk hersteld. De productie zelf was waarschijnlijk toegespitst op het koper. De afzetmarkt van de firma behelsde, volgens rekeningen uit de jaren twintig van de 20st eeuw: conservatoriums, leger, ministeries en Congo. Advertenties van het huis De Vries uit 1924 en 1937 spreken over “fabriek van muziekinstrumenten voor harmonies en fanfaren”. De Vries was van 1840 tot 1865 dirigent van de koninklijke fanfare Sint-Niklaas van Putte. De firma heeft bestaan tot de vooravond van de Tweede Wereldoorlog.
Deze informatie komt van de site Kempens Erfgoed